Huwelijksreis naar Namibië 2005

Namibië is een van de meest unieke landen van Afrika, met schitterende landschappen en een fascinerend wildleven. Hoewel nog geen kwart van de wegen geasfalteerd is, zijn de wegen in Namibië goed te berijden en ook geschikt om er zélf te rijden met een gehuurde fourwheeldrive. Een perfect land om voor een huwelijksreis naartoe te gaan.

Reisschema

Daan Viljoen

Afstand                : 65 km, 1,5 uur rijden
Overnachting     : Daan Viljoen (2 nachten)

Na een nachtvlucht met Air Namibië landen we vroeg in de ochtend in Windhoek. Nadat we op de luchthaven onze bolide en een satelliet telefoon in ontvangst hebben genomen gaan we op weg naar Daan Viljoen. In Namibië rijden ze links en dat is even wennen. We moeten midden door de hoofdstad Windhoek rijden en vooral de rotondes zijn een drama. Ook bij het richting aangeven zet ik regelmatig de ruitenwisser aan, maar het lukt ons om heelhuids in Daan Viljoen aan te komen.

Daan Viljoen is een park met veel wild zoals zebra’s, gnoes, springbokjes, bavianen en giraffes. Er zitten geen roofdieren, waardoor het een perfect wandelgebied is. Na een goede nachtrust maken we de volgende ochtend een mooie wandeling door het gebied. We volgen de borden voor een wandeling van 9 kilometer en de natuur hier is adembenemend mooi. We wandelen door de heuvels en na amper 10 minuten schieten er twee wrattenbeesten uit de struiken. Iets verderop staan de zebra’s op hun gemakje te grazen, wow. Een van de zebra’s heeft een veulentje, dat dorstig aan het drinken is. We volgen het pad en vrij snel daarna zien we de eerste gemsbokken en ook een kudde gnoes trekt aan ons voorbij. Wat een geweldige wandeling en wat een mooi gebied.

Op het heetst van de dag relaxen we bij onze bungalow en aan het eind van de middag gaan we nog een keer op pad. Ook nu komen we weer veel wild tegen en zitten we zeker een uur op een grote rots van de omgeving te genieten. Wat een eerste dag in dit mooie Afrikaanse land en dit is nog maar het begin.

De volgende ochtend rijden we met een Engels echtpaar in een fourwheeldrive een scenic route door het park. Na 15 minuten hobbelen komen we een giraf met een jonkie tegen. Ze blijven rustig aan de kant van de weg staan, waardoor we op ons gemak foto’s kunnen maken. Na deze enerverende tocht gaan we op pad naar onze volgende bestemming, de Kalahari woestijn.    

Kalahari woestijn

Afstand                : 300 km, 3,5 uur rijden
Overnachting     :  Kalahari Anib Lodge (2 nachten)

We rijden door Windhoek over de B1 via een kaarsrechte asfaltweg naar de Kalahari woestijn. Deze woestijn  staat bekend om zijn rode duinen en op weg naar de lodge is het rode zand tussen de gele grassen, bomen en struiken al duidelijk zichtbaar. De Anib lodge ligt midden in de Kalahari en vanaf ons terras hebben we een prachtig uitzicht het gebied in. Er zijn geen hekken en het schijnt dat de dieren ’s-nachts tot op het terrein komen. ’s Avonds hebben we een georganiseerde sundowner trip het gebied in. We rijden in een jeep door de schitterende omgeving en krijgen uitleg over bomen, struiken, vruchten en dieren. We zien gazelles, steenbokjes, bad eared fox, struisvogels, kudu’s en heel veel verschillende soorten vogels. Op een van de rode duinen genieten we onder het genot van een hapje en een drankje  van de zonsondergang, wat een luxe!!!!   

De volgende ochtend maken we in alle vroegte een tour en genieten we met een warme kop chocomel van de zonsopgang. Ook tijdens deze tour worden we rijkelijk beloond met wild.  We zien gnoes, harte beesten, steenbokjes, struisvogels, gemsbokken en de gazelles springen vrolijk in het rond. Verder vliegen de vogels ons om de oren, groot zoals de arenden en gieren en klein zoals de social weavers, die grote nesten bouwen (een soort flatgebouw) waar ze met zijn allen gezellig samen wonen.

Na de tour relaxen we aan het zwembad, boekje lezen, dagboek bijhouden, niks mis mee.  

Aan het eind van de middag trekken we onze wandelschoenen aan en maken we in de omgeving van de Lodge een wandeling van ongeveer 5 kilometer. We zien weer diverse dieren en vogels en genieten samen van de mooie omgeving. Het avondeten bestaat uit een mals springbok biefstukje (ja, dat dan weer wel), dat voortreffelijk smaakt. Daarna drinken we nog koffie en thee bij het open haardje en dan gaan we op tijd naar bed. Ons avontuur in de Kalahari woestijn zit erop.

Sossusvlei 

Afstand                : 300 km, 5 uur rijden
Overnachting     :  Sossusvlei Lodge (2 nachten)

Vandaag gaan we vroeg op pad want we hebben we een lange rit voor de boeg naar de Sossusvlei. We kopen 12 liter water, crackers en kaas voor onderweg en na twee uur rijden begint het echte avontuur. We verlaten het asfalt en hobbelen met 60-70 km per uur verder over een gravelweg. Na bijna een uur rijden zien we in de verte een stofwolk en 5 minuten later rijdt de eerste auto ons tegemoet. Toch maar goed dat we een satelliettelefoon hebben meegenomen, we rijden echt door niemandsland. Het gravel wordt steeds roder en vanuit het niets zien we ineens een gigantische canyon voor ons. Een bord “Tsarispas” waarschuwt ons voor een bergpas. We rijden eigenlijk over een soort plateau en met een paar steilere stukken en scherpe bochten kronkelen we naar beneden.

Halverwege de middag bereiken we de lodge, die midden in de Namib woestijn bij de ingang van de Sossusvlei ligt. We hebben een mooie kamer, half van steen en half van canvas met een terras met uitzicht op de woestijn. Nadat we de auto hebben uitgeladen zetten we de stoeltjes op de rand van het terras en genieten we van het prachtige uitzicht. Het avondeten bestaat uit een buffet met zalm, krab, asperges, steak, kudu, zebra, harte beesten, noem maar op en alles wordt vers op de grill klaar gemaakt. We hebben een tafeltje met uitzicht op de woestijn en een verlichte waterhole waar de springbokjes in grote getale komen drinken. Wat wil je nog meer, kan het nog mooier, volgens ons niet!!!!

 

De volgende ochtend worden we om 6 uur wakker gemaakt en start onze tour naar de Sossusvlei.  Voordeel is dat we een verblijf in het park hebben kunnen bemachtigen. Er staat nl. om 06.00 uur al een lange rij voor de ingang van het park te wachten. Dus die hebben er al een flinke rit op zitten. Na een kopje koffie en thee rijden we in een grote 4×4 jeep het park in. We rijden over een vreselijk slechte weg steeds dieper het park in en de rode zandduinen waar het park bekend om staat, doemen in de verte op. Na 45 kilometer komen we bij Dune 45, een erg toepasselijke naam. Het is de meest gefotografeerde duin van de wereld en uiteraard wordt hij door ons ook op foto en film vast gelegd. We rijden nog dieper het park in en de 4×4 wordt aangezet om zich een weg door de rode zandduinen te banen. Het is hier adembenemend mooi. De grootste en hoogste duin in het park is Big Daddy. Hij is ongeveer 320 meter hoog en daarmee de hoogste duin van de wereld. Vlakbij Big Daddy ligt Big Mama en we durven het aan om deze te gaan beklimmen. Maar eerst wordt er onder een boom in de schaduw een picknick mand uitgepakt voor het ontbijten. Belachelijk, midden in het park tussen de rode duinen zitten we aan de thee, sap, brood, yoghurt, muesli en fruit, het moet niet gekker worden.

De klim is te doen en na 20 minuten ploeteren staan we op de top van het uitzicht te genieten. De volgende stop is “Dead Vlei”. Na een zware wandeling door mul zand en een hoge temperatuur, worden we na nog een kleine uitputtende klim betoverd door de Dead Vlei. Omringd door rode duinen is een witte vlakte met zwarte dode bomen. Het ziet er prachtig mysterieus uit, niet te omschrijven, zo apart. Na een foto en film sessie sjokken we terug naar de Jeep en rijden we terug naar de lodge. Een van de hoogte punten van onze reis ligt achter ons. In de middag hangen we lekker bij het zwembad en ’s avonds genieten we van de zoveelste prachtige zonsondergang.

Swakopmund

Afstand                : 350 km, 5 uur rijden
Overnachting     : Guesthouse See Breeze (2 nachten)

De route van vandaag gaat deels door de mooie natuur van het Naukluft Park met  “Solitaire” als 1e stop. Solitaire heeft een benzinepomp met een winkeltje genaamd Moos en een kleine campingplaats.

Ton van der Lee heeft een boek geschreven over Solitaire en de omgeving en volgens het boek is de appeltaart bij Moos verrukkelijk. Na een koffie en thee met uiteraard een stuk overheerlijk appelgebak rijden we verder. Als we het park verlaten verandert het landschap in niets, niets, niets, geen bomen, geen planten, geen groen, alleen maar aarde met zwarte steen. Rond de klok van drieën naderen we de kust, verandert de gravelweg in asfalt en wordt het mistig. Via Walvisbaai rijden we naar Swakopmund, een stadje met leuke winkeltjes en restaurantjes.

De volgende ochtend maken we een toeristische boottocht op zoek naar dolfijnen en zeeleeuwen. Na een minuut of 10 varen legt de schipper de boot stil en schrikken we ons rot als er vanuit het niets een zeeleeuw aan boord springt. Hij heet Spotty en gaat in ruil voor een visje bij toeristen op schoot zitten. Als Spotty er genoeg van heeft varen we verder. Overal om ons heen zien we de zeeleeuwenkopjes boven het wateroppervlak uit steken en scholen dolfijnen dansen op de golven van de boot, geweldig.

We varen naar een landtong waar meer dan 100 zeeleeuwen liggen te brullen en te stinken, wat een lucht. Als we terug varen vliegen er twee pelikanen met ons mee. De boottocht wordt afgesloten met een lunch aan de wal met broodjes, frisdrank, champagne en verse oesters, lekker decadent.

Na de boottocht rijden we naar een Lagoon waar honderden flamingo’s in het water foerageren. Als ze vliegen, zie je hun mooie diep roze met zwarte vleugels, een prachtig gezicht. De rest van de middag wandelen we door het plaatsje, tanken we onze wagen vol, pinnen nog wat geld en bekijken we de route van morgen. Na het avondeten pakken we de koffers in en gaan we vroeg naar bed. Morgen weer lekker op pad.

Twyfelfontein 

Afstand                : 420 km, 5 uur rijden
Overnachting     : Twyfelfontein lodge (3 nachten)

Onderweg naar Twyfelfontein besluiten we Cape Cross te bezoeken, waar de grootste zeeleeuwen kolonie van de wereld ligt. We rijden langs de kust met aan de ene kant de zee en aan de andere kant zand en verder niets, geen beplanting, geen woningen, helemaal niets. We komen helemaal niemand tegen en vragen ons na 100 km af of we wel goed rijden. Maar er zijn geen andere wegen dus het moet hier ergens zijn. Gelukkig zien we 10 minuten later de ingang en parkeerplaats van Cape Cross. Als we uit de auto stappen, horen we het gebrul van de zeeleeuwen. Op het strand liggen honderden, nee duizenden zeeleeuwen. Ze brullen, slapen, spelen in de golven en vechten om een plekje op het strand. Gelukkig hebben we aflandige wind, waardoor de stank nog net te harden is.

We hebben nog zeker 400 kilometer voor de boeg en onze Toyota voldoet prima. De natuur verandert gelukkig langzaam weer in een Afrikaans landschap van geel gras, groene bomen en heuvels.  Begin van de avond komen we aan in Twyfelfontein. Onze prachtige lodge met zwembad ligt in the middle of nowhere tegen een bergwand en vanuit het hoger gelegen restaurant hebben we een prachtig uitzicht op de savanne.

De volgende ochtend bezoeken we rotstekeningen, die niet zo heel veel voorstellen, althans voor ons. Verder doen we rustig aan en genieten we bij het zwembad van de omgeving. Eind van de middag maken we een gamedrive op zoek naar de woestijn olifant. Ze zitten in dit gebied, maar het is zo uitgestrekt dat het daadwerkelijk zien van de olifant ook een kwestie van geluk is. Aangezien er geen andere toeristen mee gaan rijden we samen met onze gids vanaf de savanne de Aba Huab rivierbedding in. De gids ziet oude olifantensporen en uitwerpselen, dus ze leven hier echt. Na een dik uur rijden, stoppen we midden in de rivierbedding onder een boom. De koelbox wordt tevoorschijn gehaald en onder het genot van een biertje vertelt de gids ons over de bomen, planten, vogels en andere dieren die in dit gebied leven. Als we onze tour vervolgen komen we oog in oog te staan met een Bull, een mannetjesolifant. Bulls blijven tot hun 15e bij de kudde en worden daarna verstoten om inteelt te voorkomen. Als ze een nieuwe kudde tegen komen, paren ze en daarna gaan ze weer hun eigen weg. Een eenzaam bestaan, zeker in zo een uitgestrekt droog gebied. Enige tijd later komen we nog een Bull tegen die op zijn gemak naar een boom wandelt om verste blaadjes te eten. De blaadjes hangen zo hoog, dat hij op zijn achterpoten gaat staan om erbij te kunnen. Ook op de terugweg komen we nog een Bull tegen, hoezo geluk!!! Vlak voor de zonsondergang zet de gids de Jeep aan de kant en vanaf een heuvel genieten we met een glas champagne van een schitterende zonsondergang. We hebben zo genoten dat we de tocht voor morgen nog een keer hebben geboekt.

De volgende ochtend maken we in alle vroegte een wandeling met een gids. Het is een leuke wandeling en na de zonsopgang wandelen we terug naar de lodge. Na het ontbijt relaxen we weer bij het zwembad totdat we weer aan onze gamedrive beginnen. Dit keer met twee Engelsen. Onze gids is zo enthousiast dat we nog een keer mee gaan, dat hij eerder vertrekt en op zoek gaat naar een kudde olifanten. We rijden weer door de rivierbedding en een kleine bergketen van zwarte Basalt. Na een uur rijden begint het flink te waaien en komen we in een soort zandstorm terecht. Maar je moet er iets voor over hebben om een kudde olifanten te zien. Geloof het of niet, maar we komen oog in oog te staan met een kudde van 9 olifanten, inclusief een baby olifantjes van amper 2 weken oud. De drive is wederom een geweldige ervaring en een fantastische afsluiting van ons verblijf in Twyfelfontein.   

Otjitotongwe 

Afstand                : 250 km, 3,5 uur rijden
Overnachting     : Otjitotongwe cheeta farm (2 nachten)

Onze volgende bestemming is de Otjitotongwe cheeta farm. In Namibië leven veel boeren die cheeta’s afschieten, omdat ze hun vee doden. Deze farm heeft boeren in het gebied ervan overtuigd om de cheeta’s te vangen in plaats van te doden. Ze kopen de cheeta’s van de boeren en zetten ze uit in het beschermde gebied van de farm. De cheeta’s worden dagelijks gevoerd en de toeristen betalen om bij het voeren van de cheeta’s aanwezig te zijn. Op deze manier proberen ze de cheeta voor het uitsterven te behoeden. Ook wij gaan mee met het voeren van de cheeta’s en zittend in een open truck vol met emmers met vlees, rijden we het beschermde gebied in. Als de truck tot stilstand komt, komen er van alle kanten cheeta’s aangeslopen. Je ziet ze pas op het laatste moment want ze hebben dezelfde kleur van de savanne en gaan helemaal in hun omgeving op. De stukken vers vlees worden naar de cheeta’s gegooid, die hoog in de lucht springen om hun prooi te vangen. Daarna sluipen ze weg om in het hoge savannegras van hun hapje eten te genieten.

Op de farm leven ook drie tamme cheeta’s die als cubs werden opgevangen, nadat hun moeder werd dood geschoten. Terug op de farm mogen we een van de tamme cheeta’s onder begeleiding aaien. Nooit geweten dat hun vacht enorm stug is, in tegenstelling tot de vacht van een kat. ’s Avonds kookt Roeleen, de eigenaresse van de farm, een voortreffelijke Afrikaanse maaltijd, ( gehakt van Kudu met bladerdeeg ), met boontjes, sla, zoete aardappel en rode kool

De Himba’s 

In dit gebied leven nog een aantal Himba stammen en we kunnen vanuit de farm met een groep Spanjaarden mee om een van deze stammen te bezoeken. De regering is al jarenlang bezig de kinderen te onderwijzen, waardoor de stammen met uitsterven bedreigd worden. De stam waar wij naartoe gaan leeft, met toestemming van de regering op een “beschermd” stuk land van een vrouw die de Himba’s de gelegenheid biedt volgens hun tradities te blijven leven. Ze leven van de verkoop van zelfgemaakte sieraden en van het geld dat de toeristen betalen om het dorp te bezoeken. Het geeft een dubbel gevoel als we in het dorp een kijkje gaan nemen. De vrouwen zien er prachtig uit. Ze smeren zich in met een soort rode boter en dragen alleen een rokje. Ook hun haren zijn ingesmeerd en het is net alsof er klei in hun haren zit. Ze hebben trouwens een mooie huid zonder rimpels. Zelfs de huid van de oudere vrouwen is nog gaaf. Ze leven in kleine lemen hutjes en hebben niets van de luxe die wij kennen. Aan het eind van de rondleiding kopen we uiteraard een sieraad , een leuk souvenir en voor hun weer een dag eten. Ondanks het feit dat we er met een dubbel gevoel rond liepen, zijn we toch blij dat we met de trip mee zijn gegaan.  

Etosha

Afstand                : 150 km, 2 uur rijden
Overnachting     : Okaukuejo  (2 nachten)

Vandaag is het eindelijk zover, Etosha, het hoogtepunt van onze reis. Het is een van de grootste safariparken in Afrika en in dit park mag je zelf met de auto de gamedrives maken. Er loopt een weg van Oost naar West met zijwegen die leiden naar waterholes. Je kunt niet verdwalen, want je komt altijd weer op de hoofdweg uit. Het park heeft drie overnachtingsplaatsen, een aan de oostkant, een in het midden en een aan de westkant. Wij rijden aan de oostkant bij Andersongate het park in en rijden direct naar een waterhole waar de zebra’s en springbokjes zich tegoed doen aan het verkoelende water. Als we doorrijden naar Okaukuejo, komen we de eerste leeuwen tegen. Ze zitten hier dus echt en het advies om ramen en deuren gesloten te houden is niet voor niets. Okaukuejo is een kamp in een omheind gebied. De toeristen zitten opgesloten en de wilde dieren lopen vrij rond. Het kamp heeft zijn eigen waterhole en nadat we de auto hebben uitgeladen gaan we er een kijkje nemen. We zitten op een verhoging achter het hek en het krioelt er van de dieren. Ik heb in het verleden veel natuurdocumentaires over Afrika gezien, maar ik heb nog nooit zoveel wilde dieren bij elkaar zien staan als hier. Tientallen zebra’s, gemsbokken en springbokken staan gezellig bij de waterhole te drinken. Er wordt gehinnikt, gedronken, gevochten en gespeeld. Het is een lust voor het oog. Nadat we een uurtje van de dieren hebben genoten, besluiten we met de auto nog een stukje het park in te rijden op zoek naar andere wilde dieren. Bij de 1e waterhole vlakbij het kamp staan 9 olifanten water te “tanken”, op amper 20 meter bij ons vandaan (we durven niet dichterbij te parkeren maar het zou wel kunnen). Bij de volgende waterhole staan de zebra’s, gemsbokken en springbokken en bij de derde waterhole zien we een leeuwin in de richting van de waterhole lopen. Er staan nog 3 olifanten, maar ook gemsbokken,  springbokken en zebra’s. Gaat de leeuwin voor de jacht of heeft ze alleen maar dorst. Wij hopen op het laatste want een life jachtpartijtje hoeft voor mij niet. De leeuwin wandelt tussen de verschillende dieren door en slentert verder. Ze slentert ook de waterhole voorbij en verdwijnt in de verte, wat een avontuur.

Tegen zessen gaan we nog even bij de waterhole bij het kamp kijken, waar meerdere giraffes moeite doen om water te drinken. Het is een prachtig gezicht, ze moeten namelijk of heel diep door hun knieën buigen of hun poten gigantisch ver uit elkaar plaatsen om met hun mond bij het water te kunnen komen. Hun poten zijn namelijk veel langer dan hun nek. Na zonsondergang gaan we snel eten en de verdere avond zitten we weer bij de waterhole. In het donker komen er andere dieren en we zien hoe zes zwarte neushoorns op hun gemak drinken en in het water poedelen. Even later komen nog een aantal neushoorns op visite en uiteindelijk staan er negen inclusief een jonkie. Om elf uur besluiten we toch maar naar bed te gaan. Wat een fantastische dag en wat een geluk dat we al zoveel dieren van dichtbij hebben mogen bewonderen.    

De volgende ochtend mogen we om 6:50 uur bij zonsopgang het terrein af en rijden we naar de Olifantenwaterbadhole. Onderweg liggen vier leeuwen in het gras van een net gevangen prooi te genieten. Als een van de leeuwen met de prooi begint te slepen, zien we het lijf en de poten van een zebra. Binnen een half uur hebben ze de zebra verorberd en zien we alleen nog maar een ribbenkast boven het gele gras uit steken. De leeuwen verdwijnen in de struiken en wij rijden verder naar de waterhole. Daar staat een grote kudde vrij zeldzame rode hartenbeesten. Ze hebben een prachtige kleur en mooie horens die kromgebogen naar achteren staan. Van voren gezien vormen ze een hart, vandaar  de naam Hartebeest. Verder wandelen er uiteraard kudu’s, zebra’s springbokken en oryxen rond. Het is mooi om te zien hoe de hartenbeesten drinken. Omdat ze bij de waterhole niet goed het water in kunnen lopen en het water redelijk laag staat, gaan ze op hun knieën zitten en dan kunnen ze met hun mond bij het water komen. Wij zitten met een toastje kaas en een flesje water bij een mooi uitzicht van ons ontbijt te genieten. Dan komen er een paar beesten aan gelopen die we nog niet kennen. We zoeken ze op in het boek over Etosha en zien dan dat het “blackfaced Impala’s zijn. Ze lijken op de springbokken, maar hebben een zwarte streep in de lengte over hun hoofd lopen. Ook deze dieren zijn vrij zeldzaam. We hebben weer geluk.

Tegen twaalven zijn we terug in het kamp en voordat we naar de kamer gaan, kijken we nog snel even bij de waterhole. We weten niet wat we zien. Stonden er gisteren tientallen springbokken, zebra’s en oryxen, nu zijn het er honderden. Het krioelt er van de beesten. Er staan ook nog 3 dikke olifanten waarvan er een uitgebreid aan het badderen is. Het is niet overdreven, maar in en om de waterhole staan wel 1000 dieren, te gek….  

Op het heetst van de dag verstoppen we ons, net zoals de dieren, in de schaduw op onze kamer. Daarna even hangen bij het zwembad , boodschappen halen en weer naar de waterhole. Na een prachtige zonsondergang en een lekker diner gaan we terug naar de waterhole. Vanavond vieren de olifanten een feestje. Een grote kudde inclusief een aantal jonge olifantjes badderen er lustig op los. Er wordt gespeeld in het water en de slurven fungeren als douchekop. Het is echt speelkwartier voor de kleintjes. Een klein olifantje verdwijnt bijna helemaal onder water, alleen zijn slurfje is nog te zien. Na een  verfrissend bad spelen ze verder in het zand. Het lijkt wel een zandstorm als ze zich met hun slurf helemaal onder het zand sproeien. Na een half uur pret is de speeltijd voorbij en sjokt de familie de duisternis in. Er zijn inmiddels twee zwarte neushoorns gearriveerd en ook zij nemen het ervan. We hebben vandaag zoveel dieren gezien dat we besluiten om op tijd naar bed te gaan. Maar je zou nog uren bij zo een waterhole kunnen blijven zitten om van de dieren te genieten. Morgen verkassen we naar de oostkant van het park, want daar hebben we ook een overnachting gereserveerd. 

Ongelooflijk mooi

De volgende ochtend gaan we op weg naar Namutoni. We rijden dwars door het park van zuidwest naar oost, een route van in ieder geval 150 km. In het begin van de rit is er geen dier te bekennen, maar na ongeveer 20 minuten schrikken we van een giraf die ineens vanuit de struiken de weg op rent. Er staan nog 3 giraffes op 10-15 meter van de weg vandaan aan de struiken te knabbelen. De giraffes kunnen we afstrepen voor vandaag. We rijden verder langs de Etosha pan, een gigantische zoutvlakte. De pan staat droog en het is net alsof je over zee de oneindigheid in kijkt. We rijden verder naar de waterhole “Rietfontein”. Als we bij de waterhole aan komen staan er honderden zebra’s gulzig hun dorst te lessen. Vanuit de verte zien we 3 leeuwen in de richting van de waterhole wandelen. Jeetje zien we dan toch nog hoe een leeuw een zebra vangt? De zebra’s staan allemaal onrustig in de richting van de leeuwen te kijken en doen een stapje terug. Het is vreemd dat ze er niet vandoor gaan. Dan komen er nog meer leeuwen aangesjokt en met zijn allen zitten ze aan een kant van de waterhole te drinken. Nadat hun dorst gelest is gaan ze op hun gemak bij de waterhole liggen. Het is net alsof ze de andere dieren aan het pesten zijn, zo van, als wij hier liggen wachten jullie maar netjes met drinken. De andere dieren wachten met respect hun beurt af. Nadat de leeuwinnen vertrekken, wandelen de zebra’s weer naar de waterkant en keert de rust terug. Het leek alsof hun instinct zei dat de leeuwinnen alleen maar kwamen drinken en niet op jacht waren.  Ook de leeuwen kunnen we vandaag van ons verlanglijstje schrappen. 

We rijden verder en na een tijdje staan er 5 olifanten op 40 meter van de weg vandaan. er staan twee jonge olifantjes tussen. Volgens mij hebben ze net een bad gehad want ze rollen heen en weer en spuiten zich onder met zand. Ook de olifanten kunnen we wegstrepen dus voor vandaag hebben we niets meer te wensen. En dan te bedenken dat het nog ochtend is.  

Toch is er vandaag nog meer in de aanbieding. We zien regelmatig kuddes zebra’s die weg oversteken. Uiteraard hebben ze voorrang. Bobby wijst de ene na de andere giraf aan. We weten inmiddels dat ze nooit alleen zijn, dus als we er een zien, gaan we op zoek naar de volgende. Het wemelt wederom van de beesten. We zien springbokken, gnoes kudu’s rode hartebeesten, oryxen, het houdt maar niet op. We stoppen onderweg voor een plaspauze. Er is een parkeerplaats met een toilet en dit zijn de enige plaatsen in het park waar je uit de auto mag. Er staan geen hekken omheen en we vragen ons af of de leeuwen en andere roofdieren weten dat ze hier niet komen mogen. We lopen snel van de auto naar het toiletgebouw en weer terug de auto in. Ja, hier moet je respect hebben voor de dieren,  het is geen dierentuin. We weten uit ervaring dat ze zomaar ineens om de hoek komen wandelen. In het totaal is de rit van Okaukuejo naar Namutoni 145 km. We hebben er bijna zeven uur over gereden, omdat we zo vaak stil hebben gestaan om naar de natuur en de dieren te kijken. Er zitten trouwens ook ontzettend veel grote en mooie vogels in het park. Ik had nooit gedacht dat ik ooit de auto voor een vogel aan de kant zou zetten, maar ook dat is vandaag meerdere malen gebeurd. Gelukkig staan in het boek van Etosha ook de vogels afgebeeld en benoemd, want de meeste hebben we nooit eerder gezien. Rond 14:00 uur komen we aan in Namutoni. Het is een Fort en in een van de torens hebben we een kamer. Het is een simpele kamer met een keukentje, toilet en douche en het leuke is dat dit kamertje 4 bedden en 8 kleine langwerpige raampjes met luikjes heeft.   

Na deze enerverende safari dag gaan we heerlijk aan het zwembad genieten van het mooie weer. Ook bij dit kamp is een waterhole, waar we op verschillende tijdstippen een kijkje gaan nemen. We zien een paar springbokjes en nadat 3 zebra’s even van achter een struik naar de waterhole kijken en vervolgens in de duisternis verdwijnen geven we de moed op en gaan we naar bed. We hebben weer een fantastische dag achter de rug.

Etosha onderweg naar het Waterbergplateau 

Afstand                : 430 km, 7 uur rijden
Overnachting     : Frans Indongo Lodge

Helaas is vandaag de dag aangebroken dat we Etosha moeten verlaten. We besluiten op weg naar de uitgang van het park nog bij een waterhole te gaan kijken. We willen waardig afscheid nemen van de dieren. Daar staan helaas weer geen dieren en dat geeft ons een vervelend gevoel. Alsof we niet op de goede manier het park kunnen verlaten en van de dieren afscheid hebben kunnen nemen. Bobby pakt de routekaart erbij om te kijken hoeveel km het is als we eerst terug rijden naar de zuidwest kant van het park en vandaar uit door rijden naar Waterbergplateau. Na goed rekenwerk van Bobby’s kant komen we er achter dat het maar 50 km om is. Oké wel 140 km over gravel in plaats van asfalt, maar dat mag de pret niet drukken. De beslissing is snel genomen, we keren de wagen en rijden het park weer in. Onze beslissing was de juiste. Na amper 10 minuten komen de eerste giraffes ons verwelkomen. Een van de giraffes steekt vlak voor onze auto de weg over. Wat is tie groot…geweldig!!!!  

Meteen daarna zien we twee leeuwen zo ongeveer langs de kant van de weg liggen. Een leeuwin en een volwassen mannetje met prachtige manen. We rijden verder naar de Rietfontein waterhole waar we gisteren zoveel leeuwen en zebra’s hebben gezien. Daar is het weer giga druk met verschillende dieren. Leeuwen zien we nu echter niet. Er staan giraffes, springbokken, kudu’s en ga zo maar door. Het is mooi om te zien hoe ze allemaal keurig op hun beurt wachten om bij de waterhole te gaan drinken. Het verloopt allemaal keurig geordend. We eten weer crackers voor de lunch en genieten van het levende schilderij. Als we halverwege het park zijn zien we een aantal auto’s aan de kant van de weg staan. Daar is vast weer iets te zien. Bobby rijdt langzaam in hun richting en we turen in het rond om te zien waar de mensen naar kijken. Ineens zie ik een olifant staan naast een boom aan de kant van de weg. De afstand tot onze auto is amper 10 meter. Oeps te laat gezien. De olifant stapt de weg op en komt doodleuk onze kant op gewandeld. Al filmend zie ik hem steeds dichterbij komen. Hij wordt steeds groter en ik vraag aan Bobby vriendelijk maar nadrukkelijk een stukje achteruit te rijden. Uiteindelijk rijdt ze een stukje achteruit en op een afstand van hooguit drie meter wandelt de olifant de struiken in. Zo, dat was echt even spannend. De olifant kijkt nog tussen de bomen door onze richting in, maar begint daarna aan een tak van de boom te knabbelen. Gelukkig, zijn interesse in ons is voorbij. Bobby en ik zeiden al drie dagen, wat zou het mooi zijn als er een olifant voor ons de weg over zou steken. Nou die wens is nu in vervulling gegaan. Maar dat was nog niet alles. Als er een olifant over de dam is volgen er meer. Een hele kudde, inclusief jonge olifantjes steekt vlak voor onze auto de weg over. Bizar, de rillingen lopen over mijn lijf, wat een kick. De olifanten slenteren aan de andere kant van de weg de struiken in en verdwijnen in de omgeving. Het mooie is dat alle auto’s die er staan, nog even blijven staan. Iedereen is volgens mij aan het nagenieten van deze geweldige ervaring.  Als we hier 5 minuten later waren aangekomen, hadden we dit spektakel niet gezien en hadden we niet begrepen waarom er een aantal auto’s aan de kant van de weg staan. Als we onze weg vervolgen schreeuwen we het uit, even de adrenaline eruit gooien. Dit was het mooiste en spannendste moment in Etosha.  

We rijden verder naar Okaukuejo en de zebra’s, gnoes, giraffes, rode hartebeesten, springbokken, oryxen en noem maar op komen allemaal nog even langs om afscheid van ons te nemen. In Okaukuejo tanken we vol en nemen we nog een kijkje bij de waterhole. Dan zit het er echt op en verlaten we het park. Met weemoed rijden we over het asfalt in de richting van Outjo. We hebben vier dagen achter de rug die ontzettend veel indruk op ons hebben gemaakt. De volmaaktheid van de natuur en de puurheid van de dieren zal altijd in ons geheugen gegrift blijven staan. 

In Outjo rijden we weer naar de bakker om te genieten van een lekker broodje en weer een aantal mailtjes te versturen. Dan rijden we verder naar Otjiworongo en van daaruit is het nog 45 km naar onze Lodge Frans Indongo genaamd. Het is een super lodge, alles is van hout met rieten daken. Ze hebben een prachtige tuin met zwembad en een mooie houten veranda met heerlijke stoelen en een prachtig uitzicht over de een savanne. Het is een privé terrein met diverse zeldzame dieren waaronder de Roan, Blesbok, witte Blesbok, zwart springbok, zwarte wildebeest, Letchwe, Nijala ( soort antilope en kleiner dan een Kudu ) en de Sabelantilope. We nemen na de lange rit een frisse duik en relaxen aan het zwembad. Daarna gaan we naar onze kamer, een prachtig houten huis met een rieten dak, mooi Afrikaans ingericht en voorzien van een bad, douche en direct gelegen aan de savanne met wilde dieren. Geweldig wat een luxe.  

Als we genoten hebben van het bad en ons aan het optutten zijn, valt de stroom uit. Tja het kan zo luxe zijn als je wil, maar het blijft Namibië. Gelukkig zorgt onze zaklantaarn voor enige verlichting en na een kwartiertje worden er kaarsjes gebracht, Gezelliger kan niet. Ook het restaurant is mooi sfeervol verlicht met kaarsjes, van ons mag de stroomuitval nog wel even duren. Voor de kok is het blijkbaar geen probleem, want we krijgen een overheerlijke maaltijd voorgeschoteld. Na het eten genieten we op de veranda van het prachtige uitzicht. De stroom is weer geregeld en we kunnen de verlichte waterhole bewonderen. Het is hier zo rustig en mooi dat we besluiten om morgen niet te gaan wandelen maar hier heerlijk van de rust te genieten.

 

Na een heerlijke rustdag gaan we om 17:00 uur op gamedrive. We weten dat in dit gebied de witte neushoorn rondwandelt, maar we weten ook dat de mensen die gisteren de drive gemaakt hebben, de neushoorn niet gezien hebben. Aangezien de kans erg klein is dat we hem zien, besluiten we alleen het fototoestel mee te nemen. We rijden door een gebied van in het totaal 17.000 ha en zien al het wild van Afrika weer voorbij wandelen. Als we de gieren op de foto vastleggen zien we in de verte een neushoorn staan. We kunnen op deze afstand niet zien of het de witte of de zwarte neushoorn is. We rijden er naartoe en op een meter of 15 afstand zien we dat het de witte neushoorn is. Alweer geluk dus. Hij kijkt ons aan en poseert van verschillende kanten. We horen dat neushoorns slecht horen en slecht zien en dat komt op zo een korte afstand mooi uit. Nadat we het dier op ons gemak hebben kunnen bewonderen, wandelt hij weg. Na twee uur gaan we terug naar de Lodge en na een wederom heerlijke avondmaaltijd gaan we op tijd naar bed. 

Windhoek

Afstand                : 300 km, 5 uur rijden
Overnachting     : Amani Lodge

En dan gaan we op weg naar onze laatste overnachtingsplek van deze vakantie, de Amani lodge aan de rand van Windhoek. Het is de hoogst gelegen Lodge van Namibië op 2150 meter hoogte en ook hier worden de “Big cats” opgevangen. De reis verloopt prima, allemaal asfaltweg zonder verkeer, nou ja, tot aan de laatste afslag, waarna het asfalt wordt verruild voor gravel en de klim naar boven begint. Halverwege de klim staat gelukkig het bord Amani Lodge. We openen het hek en rijden via een smal  kronkel weggetje stijl omhoog. Zo een weg hebben we de hele vakantie nog niet gehad en ik begin er aardig van te zweten.  Na een kwartier van zweten en klimmen bereiken we eindelijk veilig de Lodge. Het uitzicht over het Khorax gebergte is prachtig. We gaan dezelfde middag nog mee om de “Big Cats” te voeren. Eerst gaan we naar een geadopteerde leeuw en leeuwin. Deze zouden eigenlijk afgemaakt worden, maar de Amani Lodge heeft ze opgevangen. Daarna naar de cheeta’s. Ze hebben er vijf opgevangen die inmiddels twee jaar oud zijn. Ze worden binnenkort half vrij gelaten. Ze worden dan in een groot gebied uitgezet waar ze kunnen jagen, maar waar ze ook in de gaten gehouden worden of ze het op die manier zelf kunnen redden.  Als alles goed gaat worden ze daarna helemaal vrij gelaten. Ze doen hier goed werk en het is weer schitterend om deze dieren van dichtbij te zien. Na de drive sluiten we af met een glas champagne. Het dringt nu tot ons door dat onze huwelijksreis ten einde loopt. Op onze kamer genieten we van de laatste zonsondergang in Namibië. We hebben die bijna elke avond gezien, maar het blijft mooi. Na een heerlijk diner krijgen we een lekker drankje aangeboden genaamd Amarula. Het drankje wordt bereid van een vrucht en vooral olifanten en apen zijn gek op deze vrucht. Het gaat namelijk gisten in hun buik en daar raken ze dronken van. Om 22:00 uur kruipen we voor het laatst in Namibië onder de wol.  

Terug naar Nederland

Na het ontbijt wil ik onze bergschoenen uit de auto pakken, maar de afstandsbediening om de auto te openen doet het niet. Als ik de auto met de sleutel openmaak, bekruipt met het gevoel dat er iets met de auto aan de hand is. En ja hoor, als ik hem wil starten, dan reageert hij nergens op. Accu leeg….. sukkel licht aangelaten en ja, dan gaat het licht vanzelf wel uit. 

Ietwat in paniek vertel ik tegen Bobby wat er aan de hand is. Gelukkig vliegen we pas aan het eind van de middag, dus dat redden we nog wel. Twee werknemers van de Lodge weten de auto weer aan de praat te krijgen. Eigenlijk moeten we er nu een stukje mee gaan rijden, maar om nu de kronkelweg door de bergen af te dalen en weer omhoog te rijden, zie ik niet zitten. We gaan daarom gewoon verder met pakken en hopen dat de auto straks gewoon start. Nou, keep on dreaming, als ik de auto voor wil rijden om de koffers in te laden, komt er weer geen geluid meer uit. We besluiten een uurtje eerder bij de Lodge weg te gaan en dan weer de hulp van de twee werknemers in te schakelen. De “automonteurs” staan om twee uur bij de auto en hebben hem vrij snel aan de praat. En nu rijden maar en niet meer stilstaan tot op het vliegveld.  De weg naar beneden is goed te doen en het autootje doet zijn best om niet meer af te slaan. We rijden door naar het vliegveld en komen daar lekker op tijd aan. We leveren de auto in, nadat we er een mooie foto van hebben gemaakt om aan te tonen dat hij in goede staat is

(zonder deuken etc. ) Alles wordt goedgekeurd en we hoeven alleen nog maar de laatste benzine te betalen. Ook de satelliettelefoon wordt ingeleverd, zonder gebruikt te zijn. Dan stappen we in het vliegtuig en zit onze huwelijksreis erop. Wat hebben we een geweldige tijd gehad en wat is het een mooi land. Het was een reis om nooit te vergeten.