Dominica, de parel in het Caribisch gebied 2017
Nadat we tijdens een van onze cruises het eiland Dominica hebben bezocht, hebben we ons voorgenomen terug te gaan om het prachtige eiland beter te verkennen. Dat doen we met onze goede vrienden Marjan en Wim, die ook op Sint Maarten wonen. Dominica is een verborgen schat in het Caribisch gebied en wordt niet voor niets “Nature Island of the Caribbean” genoemd. De natuur van dit authentieke eiland is schitterend en zeer divers. Vulkanische bergen, regenwouden vol met exotische planten, vogels en dieren, valleien, 365 rivieren, watervallen, ’s werelds een na grootste kokend meer, zwavelbronnen, warm waterbronnen, witte en zwarte stranden en een nationaal park Morne Trois Pitons, dat de Unesco World Heritage status heeft verkregen. En dat allemaal op een eiland van 725 km2 en op 25 minuten vliegen van Sint Maarten. De moeite waard dus om een weekje op verkenning te gaan.
We vliegen met Air Antilles vanaf Sint Maarten naar Douglas-Charles Airport, de luchthaven aan de noordoostkust van Dominica. Wanneer het vliegtuig de landing inzet zien we direct hoe groen het hier is. Mysterieuze wolkenslierten hangen boven de toppen van de heuvels en we kijken neer op het dichte bladerdek van het regenwoud. Nadat we onze bagage en huurauto in ontvangst hebben genomen rijden we naar onze 1e overnachtingsplaats Hibiscus Valley Inn. Deze Inn ligt middenin de prachtige natuur op ongeveer een uur rijden van de luchthaven vandaan. We hebben allebei een soort blokhut in een prachtig aangelegde tuin en ’s avonds kunnen we mee eten met wat de pot schaft. Hier vandaan gaan we een aantal dagen het Noordoostelijke deel van het eiland bekijken.
De Noordoostkust
De Noordoostkust is aan de “ruwe” kant van het eiland en ook al wonen we zelf op een eiland met mooie stranden, deze kust van Dominica is niet te vergelijken met die van Sint Maarten. Hier kom je namelijk zwarte standen tegen en een ruwe zee. De route naar het strand is een smalle kronkelende asfaltweg en na een uurtje rijden bereiken we de zee. Het waait behoorlijk hard, de zee is ruw en het zand is donker van kleur. We gaan op zoek naar wrakhout en zien dat de bomen en struiken hier allemaal schuin dezelfde kant op staan. Blijkbaar komt de wind hier altijd uit dezelfde hoek. We rijden een stuk verder langs de kust met aan de ene kant van de weg de zee en aan de andere kant de tropisch regenwoud planten die over de weg heen hangen. Een groter contrast kunnen we ons niet voorstellen.
Omgeving Portsmouth
Portsmouth, ligt in het meest noordelijke deel van het eiland. De route ernaartoe is mooi, we rijden door de bergen en door het tropisch regenwoud. Zoals we in Nederland de bloemen en struiken in de tuin hebben staan, zo staan ze hier aan de kant van de weg. Het is een grote Intratuin, geweldig om te zien. Onderweg zijn overal kleine felgekleurde hutjes waar je een hapje en een drankje kunt kopen. De ananassen, mango’s, avocado’s, papaja’s en andere tropische vruchten groeien in de natuur en de sapjes zijn dan ook verser dan vers. Verspreid in de bergen staan op de steile hellingen kleine huisjes met veranda’s waar de lokale bevolking woont. Helaas weten we uit ervaring dat deze huisjes het regelmatig begeven als in het regen- en orkaanseizoen de aardverschuivingen plaats vinden. Maar de bevolking blijft volharden en jaar in jaar uit bouwen ze op dezelfde plaats hun huisjes weer opnieuw op. Eigenlijk kunnen ze ook niet anders want het is hun stukje grond en ergens anders kunnen ze niet terecht. Maar ze wonen op prachtige plekken middenin de natuur en we kunnen ons nu voorstellen dat ze dit er telkens weer voor over hebben.
Indian River
Vanaf Portsmouth maken we een boottocht over de Indian River. Deze rivier stroomt naar de Caribische Zee tussen de stad Portsmouth en het dorp Glanvillia. Het is de breedste rivier van Dominica en hier werden een aantal opnames van “Pirates of the Caribbean” opgenomen. De oevers staan vol met mangrove bomen en op sommige stukken zie je inderdaad een hutje of ander decor uit de film “Pirates of the Carribean” voorbij komen. Het is hier muisstil, je hoort de vogeltjes fluiten en bent één met de natuur. Halverwege de tocht meren we aan bij een klein hutje waar we de tijd krijgen om een wandeling te maken en een drankje te bestellen. We zitten weer midden in het tropisch regenwoud en de vogels vliegen vrolijk in het rond. Na een uurtje besluiten we weer terug te varen naar Portsmouth en rijden we terug naar de Hibiscus Inn. De volgende dag maken we nog een kort tripje naar een indianendorp. Leuk om te zien, maar wij vonden het niet echt de moeite waard.
Birdwatchers Rainforest cottage
Na een paar dagen verhuizen we naar het midden van het eiland en strijken we neer in ons privé huisje. Het huis heeft een woonkamer, keuken, twee slaapkamers en een groot overdekt terras. Het heet Birdwatchers Rainforest Cottage en die naam is niet zomaar gekozen. Het ligt middenin het tropische regenwoud en vanaf ons terras zien we de hele dag tientallen verschillende vogels rondvliegen. Wow, hoe gaaf is het, gewoon op je terrasstoel met je camera de vogels vastleggen, helemaal te gek. We halen bij de lokale supermarkt levensmiddelen zodat we de komende dagen lekker zelf kunnen koken. De locatie is zo mooi dat we eigenlijk niet meer weg hoeven om de rest van het eiland te verkennen.
Trafalgar Falls
Wie een week op Dominica doorbrengt moet de wandelschoenen aantrekken om de prachtige omgeving te voet te verkennen. Ook wij trekken de natuur in bij het Morne Trois Pitons National Park, een gebied van ruim 70 km2. In het park zijn vele wandelroutes uitgezet die naar watervallen en meren leiden. We rijden met de auto het park in en via kleine bochtige weggetjes klimmen we steeds hoger het regenwoud in. We zien letterlijk en figuurlijk de bui al hangen. De toppen van de bergen zijn in de nevel gehuld en het tropisch regenwoud heeft niet voor niets de naam regenwoud. Des te hoger we komen, des te harder klettert de regen op ons neer. Maar bikkels als we zijn besluiten we toch de wandeling naar de Trafalgar falls te maken. Op de parkeerplaats trekken we onze regencapes aan en vol goede moed beginnen we aan de wandeling die ons nog verder het regenwoud in brengt. De paden zijn nat en glibberig, maar na een half uur stevig doorwandelen bereiken we de watervallen.
De Trafalgar Falls stort zich vanaf 40 meter hoogte vanuit de groene jungle naar beneden. We maken snel wat foto’s en gaan dan toch maar weer naar beneden, want de regen blijft met bakken uit de hemel vallen.
Roseau en whalewatching
We besluiten naar de hoofdstad Roseau te rijden, want nog een “natte” wandeling lijkt ons niet zo een goed idee. Als we door het regenwoud naar beneden rijden stopt het met regenen en tot onze grote verbazing is het in Roseau prachtig weer. Het is een havenstad en de belangrijkste economische en culturele plaats van het land. De stad bevindt zich in het zuidwesten van het eiland en telt een kleine 17.000 inwoners. Verspreid door Roseau vind je een mix van Frans-koloniale en moderne architectuur. We wandelen door het stadje, bezoeken een klein museum en lunchen met een mooi uitzicht over zee. Dominica staat ook bekend om het walvis spotten en aangezien de maand mei daarvoor de ideale periode is, besluiten we de gok te wagen. Op een grote catamaran varen we de zee op en de bemanning heeft apparatuur aan boord, waarmee ze walvisgeluiden op kunnen vangen. Na een aantal pogingen hebben ze blijkbaar een aantal walvissen in het vizier en varen we in Noordelijke richting achter ze aan. En warempel, ineens zien we de rug van een walvis boven het wateroppervlak komen om vervolgens weer in de diepe zee te verdwijnen. Dit gebeurt een aantal keren achter elkaar, totdat één van de bemanningsleden roept, watch it!!!! Dit keer komt de rug weer boven water en spuit de walvis liters water de lucht in. Daarna duikt hij naar beneden en zwaait met zijn staart nog even gedag. Blijkbaar is dit standaard gedrag, een aantal keren alleen met de rug boven water komen om na bijvoorbeeld 6 keer richting diepte te duiken, waardoor de staart boven water komt. Wow, wat gaaf en voor herhaling vatbaar. Na dit tafereel een paar keer te hebben bewonderd, varen we terug naar Roseau en rijden we terug naar ons privé huis. Ondanks de regenachtige start werd het alsnog een prachtige dag.
Waitukubuli trail
De Waitukubuli trail loopt dwars over het eiland en is in het totaal 184 kilometer lang. We hebben het geluk dat ons huisje aan de trail ligt en we besluiten een aantal van deze kilometers af te leggen. De trail begint vrij gemakkelijk en we passeren een klein veldje waar de ananassen groeien. Langzaam wandelen we dieper het regenwoud in en passeren we kleine riviertjes. De vegetatie is enorm groen en veelzijdig, wat een verschil met Sint Maarten. Sommige bladeren zijn zo groot dat we ons erachter kunnen verstoppen. Na een uurtje besluiten we te keren en maken we lekker ons eigen avondmaaltje klaar. De avond vertoeven we op het terras en het enige wat we op een gegeven moment nog horen zijn de krekels en de boomkikkers. Verder is het pikkedonker en doodstil, wat een rust!!!!
Soufriere Sulphur Springs
Deze stomende zwavelbronnen liggen midden in het tropisch regenwoud en via een wandelroute de bergen in passeren we verschillende zwavelbekkens waarin je mag baden. Deze wandelroute maakt deel uit van de Waitukubuli trail. Wij houden het bij wandelen, want de geur van deze zwavelbronnen is niet te harden. De wandeling is best pittig maar we nemen de tijd. Op bepaalde plaatsen voelen we de warmte uit de aarde komen en af en toe borrelt er naast het pad een modderbadje. Oppassen dus en netjes op de paden blijven. Na anderhalf uur klimmen hebben we een mooi uitzicht over de Caribische zee. Ook hoog in de bergen zien we nog kleine borrelende waterplasjes en kleine watervalletjes met warm water. Bijzonder idee dat het hier onder de aarde zo actief is.
Bubble Beach
Niet ver van de Sulphur Springs vandaan ligt Bubble Beach. Hier ligt in het water een warmwaterbron en als je door de sprankelende luchtbelletjes zwemt heb je het idee dat je door champagne heen zwemt. Het water is heerlijk warm en met een snorkelbril zie je de bubbels uit de bodem van de zee komen, heel apart om te zien. Dit in combinatie met de tropische vissen, maakt het plaatje compleet. Bubble beach heeft ook een leuk strand om even te vertoeven. Er staan fel gekleurde bankjes, je kunt er een drankje drinken en het ziet er super Caribisch uit. Na de flinke wandeling van vanochtend is het heerlijk vertoeven op het strand en we durven het zelfs aan om in een afgezet stukje zee in een zwavelbadje te gaan zitten. Na deze superdag rijden we weer terug naar ons huisje om nog op het terras van de vogels te genieten en een avond en nacht naar de geluiden van het tropische regenwoud te luisteren.
Tips
- Verblijf minimaal een week op het eiland op 2 of 3 verschillende locaties
- Zorg voor goede regenkleding en wandelschoenen
- Reis buiten het orkaanseizoen (juni – oktober)
- Ga walvis spotten
Hopelijk heb je veel plezier gehad aan het lezen van dit reisverslag. Mocht je nog een opmerking of vraag hebben vul dan even het contactformulier in op de contactpagina of laat een reactie achter op de berichtenpagina.